Thuiswerken: een tussentijdse evaluatie

Geen praatjes meer bij het koffieapparaat… maar wel goede koffie.

Het was donderdagmiddag 12 maart toen Mark Rutte ons in een persconferentie opriep om tot en met 31 maart zoveel mogelijk thuis te werken. Ik zag nog niet helemaal voor me hoe dit vorm zou krijgen, maar stopte voor de zekerheid twee dossiers in mijn tas. Als het niet ter bestrijding van een pandemie was, zou je kunnen denken dat we aan een grootschalig sociaal experiment waren begonnen. Een onwennige situatie begon.

De termijn van ‘zoveel mogelijk thuiswerken’ werd een aantal keer verlengd. Op mijn werk mag je tot 1 september alleen kantoor zijn, indien dit strikt noodzakelijk is. Ook daarna is het niet de bedoeling om vier tot vijf dagen per week op kantoor te verschijnen. Terugkeer naar kantoor zal gefaseerd plaatsvinden. Ook nadat de pandemie helemaal voorbij zal zijn (zal dat moment er ooit zijn?), geloof ik niet dat we terugkeren naar een situatie waar weer massaal fulltime op kantoor aanwezig zullen zijn. Tijd dus voor een terugblik.

Inmiddels werk ik alweer 13 jaar als fulltime kantoormedewerker. In de beginjaren was thuiswerken een zeldzaam fenomeen, dat voor slechts voor enkeling was weggelegd. Een enkele keer thuiswerken als de monteur langskwam, was bespreekbaar. Om structureler te mogen thuiswerken, dienden speciale afspraken te worden gemaakt. In de loop van de jaren zag ik dit veranderen. Thuiswerken werd een faciliteit voor iedereen. Toch werd een vaste thuiswerkdag niet overal geaccepteerd. Ik werkte (ondanks de lange reistijd die vaak had) minder thuis dan ik zou willen. Dat had verschillende redenen, die terug te voeren waren op de veronderstelling dat kantoor de hoofdregel was en thuiswerken de uitzondering.

Ik voelde me medio maart nog niet klaar om alleen maar thuis aan het werk te zijn. Kantoor heeft allerlei voordelen. Het markeert de werkdag. Je kunt makkelijk met collega’s sparren over werkgerelateerde dingen.Ook leer je je collega’s op kantoor beter kennen. Door op kantoor te zijn, ben je daadwerkelijk zichtbaar voor anderen. 

Ineens alleen maar thuiswerken was best een omschakeling. De handleiding hiervoor moest ik zelf ontdekken. Ik las her en der wat goedbedoelde tips, maar die waren niet altijd toepasbaar en soms zelfs tegenstrijdig. De eerste weken experimenteerde ik met vanalles. Moest ik nou wel of niet gewoon om half zeven opstaan, of pas als ik daar zin in had? Wel of niet in een joggingbroek aan het werk gaan? Werken aan de eettafel of in de studeerkamer? Make-up op? Oorbellen in?

De eerste week werkte ik aan de eettafel. De eettafel was net nieuw en dit was een manier om van de eettafel te ‘genieten’. Ik beschikte weliswaar over een aparte studeerkamer, maar die was nog niet handig ingericht en een verzamelplek geworden van allerlei dingen. Bovendien kan ik vanuit de eethoek beter naar buiten kijken dan vanaf de studeerplek. Juist in die begintijd had ik de behoefte om verbinding met de wereld (hoe summier ook) om me heen te ervaren. In het begin kleedde ik me of ik elk moment toch naar kantoor zou kunnen gaan. 

In het eerste weekend besloot ik de studeerkamer zo mogelijk te fatsoeneren om daar in ieder geval te kunnen werken. In de loop van de tijd heb ik de studeerkamer (en de rest van het huis) zo goed als opgeruimd. Ook ben ik gaan investeren in goede spullen om mee te werken. Biedt je werkgever arbomiddelen of een budget daarvoor aan, dan doe je er verstandig aan om daarvan gebruik te maken. Het belang van een los beeldscherm en een bureaustoel volgens arbo-normen zag ik pas in, toen ik er gebruik van maakte. Mijn studeerkamer begint steeds meer een serieus kantoor te worden.

Wat heeft thuiswerken mij gebracht?

In het leven ga ik goed op autonomie. Veel en hard werken vind ik geen enkel probleem, mits ik het op mijn eigen manier mag doen en de deadlines realistisch zijn. Dan lever ik het beste resultaat en en ben ik gelukkiger. Ik deel graag mijn tijd zelf in. Ik bepaal graag zelf de prioriteiten. Thuiswerken biedt daartoe allerlei kansen. Eerder schreef ik erover dat ik mijn ochtendritueel heb ik kunnen perfectioneren. Dat is deze hele periode een ankerpunt in mijn dag. De koffie thuis is een stuk lekkerder dan op kantoor. Momenteel experimenteer ik met de pomodoro methode. Ik sta mezelf toe mini-breaks te nemen: even stretchen, korte sportoefeningen, mediteren of gewoon uit het raam kijken. Niet dat op kantoor nou expliciet verboden is, maar toen ik in een vorige baan een rondje om het kantoorgebouw liep, werd ik daar menigmaal door een collega op aangesproken. Nu weet ik zeker dat ik mij niet hoef te verantwoorden als ik even een dansje door de kamer maak om vervolgens met frisse energie verder te werken.

Nooit gedacht dat ik als volwassen vrouw een springtouw zou kopen. Dit wel mijn gouden tip: na 25 minuten werken is het fijn om even de hartslag omhoog te brengen en de geest even van het werk te ontkoppelen. Sowieso probeer ik zoveel mogelijk te bewegen: in de lunchpauze ga ik eerst wandelen voor ik ga eten. Ik ga naar de wc op een andere verdieping. 10.000 tot 12.500 stappen op een dag zijn voor mij nog steeds haalbaar. Ik wil overigens nog gaan experimenteren met wandelend belafspraken doen. Er moet wat te perfectioneren overblijven.

De toekomst

Ik heb geen glazen bol. Wat de toekomst gaat brengen weet ik niet. Toch kan ik het mij moeilijk voorstellen dat we terug gaan naar de situatie waarin op kantoor zijn de standaard is. Daarvoor biedt thuiswerken te veel voordelen. Ik kan me voorstellen dat je kunt intekenen voor een dag of dagdeel op kantoor om te werken. Kantoor wordt een plek waar je met een reden bent, bijvoorbeeld voor een teamsessie. Dan wordt naar kantoor gaan een uitje. Wie had dat kunnen bedenken?

Hoe pak jij het thuiswerken aan? Wat zijn jouw gouden tips?

#optimaliseerjeleven #worklifebalance #thuiswerken

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag